hap
Op het moment dat een kind geboren wordt, gaat een kind eten.
In eerste instantie zal het kind drinken uit de borst of de fles. Later leert een kind om van een lepel te eten. Ook leert een kind uit een beker te drinken en voedsel te kauwen en veilig door te slikken.
Dit verloopt meestal zonder problemen.
Maar soms ontstaan er vanaf de start of gedurende dit proces problemen. We noemen dit voedingsproblemen. Bij voedingsproblemen kun je denken aan bijvoorbeeld verslikken, te lang over een voedingsmoment doen, kokhalzen of moeite met de opbouw van consistenties.
Deze problemen kunnen ontstaan door anatomische problemen, onderliggende medische problemen en/of ervaringstekorten. Niet altijd is er een duidelijke oorzaak voor de voedingsproblemen.
Een prelogopedist kan het technisch eten en drinken in kaart brengen. Indien nodig kunnen er adviezen gegeven worden in aanpassingen in bijvoorbeeld voedingshouding, omgeving, materiaal, soort voeding en de wijze van aanbieden
Kinderen die te vroeg geboren zijn, een moeilijke start hebben gehad of een onderliggend syndroom of aandoening hebben, hebben een grotere kans op voedingsproblemen.
Soms is het noodzakelijk dat een kind een periode de voeding per sonde krijgt. Er kan dan door logopedist meegekeken worden of er mogelijkheden zijn om de voeding deels zelf te eten en drinken. Daarnaast kan er meegedacht worden bij de opbouw van het zelf eten en afbouw sondevoeding als daar ruimte voor is.
Voedingsproblemen bij kinderen veroorzaken veel stress en onzekerheid bij hun omgeving. Bij de aanpak van voedingsproblemen is vaak een multidisciplinaire aanpak gewenst.
Voor meer informatie over prelogopedie; nvpl.nl